Veelgestelde vragen over OES – FAQ

Optische Emissie Spectroscopie kan nagenoeg alle key elementen in metaallegeringen analyseren. Deze techniek wordt in het bijzonder gebruikt wanneer hoge nauwkeurigheid vereist is. Voor een zeer precieze analyse van lichte elementen als C, S, P, N, Mg, Al, Si en bij het sorteren van laag gelegeerde staalsoorten en aluminiumsoorten zijn deze instrumenten ideaal. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onderscheiden van 316 H (>0.04% C) en 316 L (<0.03% C) of analyseren van koolstofstaal of Li in Aluminium. Metaal producerende industrieën zoals gieterijen, staal-, koper- en aluminiumfabrieken en industrieën binnen de automotive, vlieg- en ruimtevaart, laboratoria en metaal-recyclers gebruiken optische emissie spectrometrie (OES) voor hun proces- en kwaliteitscontrole.

U analyseert met een Optische Emissie Spectrometer, wat moet u weten?

Hieronder vind u antwoorden op de meest gestelde vragen (FAQ). Mocht u meer vragen hebben, neem dan contact met ons op.

Wanneer het vermoeden bestaat dat de spectrometer niet presteert zoals het hoort, is het belangrijk om er eerst voor te zorgen dat het instrument goed gestandaardiseerd en gekalibreerd is. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de juiste procedures. Zodra het instrument is gestandaardiseerd en gestabiliseerd (voldoende geflushed, opgewarmd door enkele tioentallen sparks uit te voeren), de volgende stap is het meten van een bekend controle monster of CRM om te bepalen of de performance correct is.  Als de analyse van het CRM of controle niet goed wordt geanalyseerd, neemt u contact op met ons technische service dienst om verdere probleemoplossingsopties te bekijken.

Het beste is om de elektrode tussen elke afvoking schoon te maken. Als dit echter niet haalbaar is, moet de reiniging op zijn minst tussen de verschillende monsters worden uitgevoerd. De reiniging van de spark stand insert is afhankelijk van het aantal analyses, het instrumenttype en het te analyseren materiaal. Iedere spectrometer heeft een teller in beeld voor deze functie. Normaal is een reiniging om de 300 – 400 afvonkingen binnen dezelfde legeringsgroep aan te bevelen. Of tussen elke switch van materiaalsoort (bv van Aluminium legeringen naar Koper). Ons installatie- en klantenserviceteam geeft u graag verdere aanbevelingen.

Spark-analyseapparaten maken gebruik van een wolfkraamelektrode die extreem slijtvast is. Mobiele OES-analyseapparaten kunnen ook worden gebruikt in een ARC modus waarin elektroden, afhankelijk van de toepassing, worden gemaakt van zilver of koper. Omdat in deze modus de elektroden worden beïnvloed door het plasma, zullen ze slijten. U moet alleen de elektrode vervangen, wanneer deze tekenen van significante slijtage vertoont. Wanneer de elektrode versleten raakt, is het in sommige gevallen mogelijk om een nieuwe tip te laten slijpen. Zorg ervoor dat de elektrode een hoek van 90 graden heeft, indien opnieuw geslepen. Als de elektrode te klein is na het herhaaldelijk slijpen, zodat de juiste elektrodeafstand niet kan worden bereikt, dan is het tijd om het te vervangen.

Er zijn meerdere redenen waarom een slechte afvonking kan optreden. De meest voorkomende oorzaak van een slechte branden is slechte argon supply. In dit geval ofwel de argon fles is leeg, en geen argon stroomt in de spark stand, of in sommige gevallen u een slechte fles argon (te lage kwaliteit, bv 4.6 of las argon met teveel O2) die slechte burns veroorzaakt. Wanneer argon het probleem is, zal de burn spot of afvonking er uit zien als rokerig wit met minimale penetratie van de inbranding. De tweede meest voorkomende reden voor slechte burns is onjuiste monstervoorbereiding. Als het oppervlak niet schoon en geschuurd is (aanbevolen korrelgrootte 40 – 80), vonkt het monster vaak niet goed af.  De derde reden zou kunnen zijn, dat uw monster gescheurd is, putjes heeft of insluitsels bevat. Probeer in dit geval een andere positie op het monster om af te vonken of mogelijk een nieuw monster te nemen.  Een andere belangrijke factor is ervoor te zorgen dat het monster volledig de vonkstandaard of de opening van de sondepunt bedekt en dat de Argonspoel of flush functie is geactiveerd. Hierdoor kan argon op de juiste manier de meetomgeving zuiveren en het plasma beschermen.

Argon kwaliteit bij voorkeur 5.0 moet worden gebruikt voor analyse.

Beste is een dagelijkse visuele controle, de flessen zijn gemarkeerd met een minimum niveau. Vul water bij indien nodig.

Dagelijkse controles moeten worden uitgevoerd op een bekend kwaliteitscontrolemonster voordat onbekend materiaal wordt gemeten. Als dit resultaat niet aan uw specificaties voldoet, wordt een herijking aanbevolen. Als u na een herijking nog steeds niet slaagt voor uw kwaliteitscontrolemonster, neem dan contact op met het technische ondersteuningsteam. Verder adviseren wij een jaarlijkse service beurt en kalibratie van uw spectrometer om deze oin optimale conditie te houden. U kunt hiervoor een afspraak plannen met onze service afdeling.

Zorg er eerst voor dat het instrument en alle aangesloten computers of monitoren goed zijn aangesloten. Controleer vervolgens of alle schakelaars in de “Aan” positie staan. Vervolgens u controleren of er voldoende stroom wordt geleverd aan het stopcontact. Als al deze uitchecken, neem dan contact op met de technische ondersteuning team om verdere opties voor het oplossen van problemen te controleren.

Re-standaardisatie is een driftcorrectie waarbij de Instellingsmonsters (SUS’s) worden gemeten die zijn gemeten als onderdeel van de kalibratie. Zodra ze zijn gemeten, corrigeren ze voor elke verandering in de positie van de kalibratielijn, zowel wat betreft achtergrond- als gevoeligheidsverandering.

Noteer de foutmelding (of maak een foto) en neem contact op met onze support desk.

Lees meer veelgestelde vragen